28 november 2016
De twee belangen van de partner bij de afbouw van het pensioen in eigen beheer
Zonder de instemming van de partner is afkoop of omzetting van het pensioen niet toegestaan. Waar gaat het om voor de partner van de DGA?
In een eerder nieuwsbericht zijn de drie opties beschreven die de DGA heeft voor de afbouw van het pensioen in eigen beheer (zie De drie opties voor de ondernemer met pensioen in eigen beheer). Maar niet alleen de DGA staat voor de keuze. De partner van de DGA speelt bij de besluitvorming een cruciale rol.
Bij optie 1 afkopen van de pensioenvoorziening en optie 2 omzetten in een Oudedagsvoorziening (ODV) is de instemming van de partner nodig. Deze instemming is zelfs een fiscale voorwaarde, zonder instemming is de afkoop of omzetting niet mogelijk.
Wat zijn de belangen van de partner bij de wijzigingen van het pensioen in eigen beheer?
- In de oude situatie van pensioen in eigen beheer heeft de partner van de DGA in de meeste gevallen recht op een levenslang nabestaandenpensioen, vanaf het moment dat de DGA overlijdt. Door de afkoop of omzetting van het pensioen in eigen beheer verliest de partner van de DGA dit recht op nabestaandenpensioen.
- Bovendien heeft de partner van de (gehuwde) DGA bij echtscheiding recht op 50% van het ouderdomspensioen van de DGA (tenzij dit recht in de huwelijkse voorwaarden is uitgesloten). Na de afkoop of omzetting van het pensioen in eigen beheer is dit recht een lege dop, er is immers geen pensioen in eigen beheer meer.
De partner verliest dus rechten op nabestaanden- en ouderdomspensioen. Afhankelijk van de te maken pensioenkeuze krijgt de partner er wellicht ook iets voor terug. Denk daarbij aan een waardestijging van de aandelen van de BV, de netto afkoopsom in privé of toekomstige uitkeringen uit de Oudedagsvoorziening. Het is echter de vraag of dit afdoende is.
Omdat de partner in beginsel rechten verliest, zou de compensatie van de partner een essentieel onderdeel moeten zijn bij de pensioenafweging.